Wanneer gamen topsport wordt

Dit artikel verscheen 12 oktober 2019 in Trouw

Koen Weijland op de cover van Trouw. Beeld Martijn Gijsbertsen

Er gaan honderden miljoenen euro’s om in het professioneel spelen van games. De beste spelers van deze E-sports zijn geen onderuitgezakte nerds, maar jongens (en een enkel meisje) die geregeld naar de sportschool gaan. Zoals Koen Weijland, die vier keer nummer 1 van de wereld in Fifa werd.

Afgelopen september. In een hal van de Amsterdamse Rai kijkt het gespannen publiek naar een podium waar twee teams van elk vijf gamers achter hun computerschermen zitten. Het zijn de nationale kampioenen van Duitsland en Portugal. Op twee grote led-schermen zien we afwisselend de commentatoren en close-ups van de spelers. Dan barst de wedstrijd los. De schermen schakelen over naar de virtuele wereld van de game en we zien hoe de alter ego’s van de spelers elkaar te lijf gaan in het schietspel CS:GO, wat staat voor CounterStrike: Global Offensive.

Het ene team speelt een groep terroristen, het andere de eenheid die een aanslag moet voorkomen. In rap tempo schiet de virtuele camera van vechter naar vechter. We kijken langs de loop van hun geweren en zien hoe ze elkaar ­bestoken. Het spel gaat snel, heel snel, en voor de onervaren kijker lijkt het vooral een hoop geknal. Maar vergis je niet: van de opstelling van de spelers tot hun keuze van de wapenuitrusting – overal is over nagedacht en de deel­nemers denken voortdurend vooruit.Tijdens deze e-sports-showcase zijn de Portugezen de underdogs. Ze staan al snel met 4-0 achter – dat betekent dat de terroristen een succesvolle aanslag hebben gepleegd. Na een verrassende comeback eindigt de eerste helft in een gelijkspel. In de tweede helft, waarin de rollen tussen terroristen en counter-terroristen worden omgedraaid, wint Duitsland ruim met 16-4.

Kijken vanaf de bank

Mensen die zitten te kijken naar mensen die zitten te gamen. Dat klinkt misschien niet als een ‘sport’ waar een slordige 900 miljoen euro in omgaat of die door zo’n 450 miljoen fans gevolgd wordt. Maar net zoals miljoenen mensen op de bank naar voetbal kijken, kijken jongeren die met computerspellen zijn opgegroeid steeds meer naar toernooien tussen professionele gamers. Die gamers halen hun inkomen uit een mix aan prijzengeld, sponsorbedragen en – als ze onder contract staan bij een professioneel team – een normaal salaris. Op 18 oktober is er in het Rotterdamse Ahoy alweer een een conferentie voor gametoernooien, EsportsX.

Van e-sports kun je dus je beroep maken. Maar wat houdt dat precies in? “Ik begin eigenlijk altijd met het onderscheid tussen e-sports en gaming”, zegt Ward Geene, dé e-sports-deskundige van Nederland. “Gamen is een soort recreatief sporten”, legt hij uit. “E-sports is competitief. Net zoals heel veel mensen hardlopen, maar slechts een klein deel professioneel wedstrijden loopt.”

E-sports toernooi in Malmö, Dreamhack Masters, begin deze maand. Beeld BSR Agency

Geene begon zijn loopbaan als gamejournalist. In eerste instantie lachten collega’s hem uit toen hij zich in de obscure niche van de e-sports verdiepte. Maar de laatste paar jaar groeit de belangstelling. Dat komt deels door het enorme prijzengeld bij grote toernooien. In augustus won de Nederlander Dave Jong ruim één miljoen dollar voor zijn tweede plaats op het wereldkampioenschap van de game Fortnite in New York. De winnaar, een 16-jarige Amerikaan, won maar liefst drie miljoen.

Het begon in 1972

E-sports bestonden al lang voordat er zoveel geld en roem bij kwamen kijken. Het eerste game-toernooi werd al in 1972 gehouden op de universiteit van Stanford in de VS: De ‘Intergalactic Spacewar Olympics California’. Op het scherm van de prehistorische computer waren wat stipjes en lijntjes te zien die ruimteschepen moesten voorstellen. Een vetpot was het niet: de winnaar kreeg een jaarabonnement op Rolling Stone Magazine.

Sinds begin deze eeuw kunnen sommige spelers ervan leven. Neem de Nederlander Manuel ‘Grubby’ Schenkhuizen (1986). Zijn carrière begon in 2003. Ward Geene noemt hem de ‘Johan Cruijff van de e-sports’.

Elf jaar lang behoorde Schenkhuizen tot de wereldtop in Warcraft III en Starcraft II, strategische spellen waarin je nederzettingen bouwt, grondstoffen delft en tegelijk je territorium verdedigt tegen vijanden. Hij werd wel eens ‘King of Orks’ genoemd, omdat hij er in het spel uitziet als een ork. In de vorm van een monster à la ‘Lord of the Rings’ won hij zes WK’s. Soms vervaagt de grens tussen de game en de echte wereld. In 2005 ontmoette Schenkhuizen een andere Starcraftspeler, Cassandra Ng, bij de World Cyber Games. Vier jaar later deed hij een aanzoek op het podium van gameconferentie BlizzCon. Ze zijn sinds 2010 getrouwd.

Minimaal acht uur trainen

Schenkhuizen vertelt dat hij op het hoogtepunt van zijn carrière veel trainde. “Minimaal acht uur per dag, vaak tien of twaalf.” Games als Warcraft vergen naast strategisch inzicht ook snelheid. Topspelers voeren honderden handelingen per minuut uit, soms wel tien per seconde (ter vergelijking: bij Schoevers is de vereiste voor een typist 2,5 per seconde). “Ik stond er toen nog niet zo bij stil dat het ook helpt om je lichamelijk voor te bereiden. Ik liep weleens hard, drukte me op, mediteerde wat, maar ik stopte vooral heel veel informatie in m’n hoofd.” Schenkhuizen vindt terugkijkend dat hij wel meer tijd had kunnen investeren in zijn lichamelijke conditie.

Het clichébeeld van een ongezonde nerd die voorovergebogen achter z’n scherm zit en nooit daglicht ziet, is dus achterhaald. Dit zijn geen gameverslaafde jongeren die werk, vrienden en gezondheid opofferen om door te spelen. Gamen is hun werk, ze ontmoeten zo vrienden (of vinden een partner). Een goede fysieke en mentale conditie is belangrijk, want er zijn veel concurrenten en voor evenementen moeten ze de hele wereld over reizen. Bovendien is zo’n wedstrijd een lange zit. Opnames voor de e-sports-uitzendingen van Fox Sports duren wel tien uur op een dag, schrijft gamer Koen Weijland in ‘Strijder’ (2018), een boek over zijn leven als e-sporter. Weijland werd vier keer wereldkampioen in de voetbalgame Fifa. Net als een ‘echte’ atleet sport hij om fit te blijven. Hij eet geen chips of chocola en drinkt geen cola of alcohol. Behalve een goede speler is hij ook een entertainer. Op YouTube trok hij een paar jaar terug veel publiek door Fifa te spelen tegen profvoetballers. Die versloeg hij met hun eigen clubs en soms zelfs met hun eigen digitale evenbeeld.

Onvolgroeid

Fifa is voor het grote publiek een van de bekendste e-sports-spellen. De vertaalslag naar klassieke sport is snel gemaakt omdat de game er net zo uitziet als een gewone voetbalwedstrijd. Maar net zoals je naast voetbal ook hockey en tennis hebt, hebben allerlei games hun eigen fans, spelers en kampioenschappen. Afgelopen augustus vond het WK Fortnite in New York plaats. Negentienduizend supporters kwamen bijeen in het stadion en online keken miljoenen fans mee. Ook was er veel mediabelangstelling. Het WK werd beschreven als de Champions League onder de e-sports. Dat laatste is volgens kenners te veel eer. Als recreatief spel is Fortnite ongekend populair, maar als e-sport is het nog onvolgroeid. Dave Jong, de Nederlander die nota bene miljonair werd door Fortnite, vindt ook dat de geluksfactor te groot is. Volgens Jong gebruiken Fortnite’s makers het WK “meer voor promotie van het spel, dan dat ze echt willen uitvinden wie de beste speler is”.

Het kan anders. Bij CS:GO, het schietspel dat in de Rai gespeeld wordt, draait het minder om reclame en meer om de gamers, die van de makers veel vrijheid krijgen. “Bij CS:GO mag je zelfstandig toernooien met een paar duizend euro prijzengeld opzetten”, vertelt expert Ward Geene. Terwijl bij Fortnite en Fifa alles in handen is van de gamebedrijven.

Die vrijheid lijkt ook tot meer diversiteit te leiden. Anders dan de meeste competitieve games heeft CS:GO veel vrouwelijke e-sporters. Bijvoorbeeld Petra Stoker, een van de succesvolste Nederlandse vrouwen in de industrie. Toch vind je aan de wereldtop vooralsnog alleen mannelijke tieners en twintigers. En de grootste verdieners, die met 5 miljoen prijzengeld of meer, spelen allemaal dezelfde game. Niet CS:GO, Fifa of Fortnite, nee: het échte geld zit in Dota 2.

Prijzenpot

Dezelfde maand waarin Dave Jong een miljoen won met Fortnite in New York, vond aan de andere kant van de wereld een nog groter WK plaats. In Shanghai streden achttien teams om de titel in Dota 2, een strategisch actiespel van game-ontwikkelaar Valve. De prijzenpot was ongekend hoog: 34 miljoen dollar. En al dat geld was ingelegd door gewone gamers. Drie maanden voor het toernooi lanceerde Valve namelijk een ‘gevechtspas’, die gewone Dota 2-spelers voor tien dollar konden kopen. Hiermee kregen de spelers beloningen voor extra’s binnen de game, en een kwart van hun geld ging in de pot voor het WK.

Uiteraard is hier het gamebedrijf de grootste winnaar. Want als een kwart van de opgehaalde buit 34 miljoen dollar was, dan komt de 75 procent die Valve in eigen zak stak neer op 100 miljoen. Dat is nog eens een highscore.

Koen Weijland: Vier keer nummer 1 van de wereld

Koen Weijland Beeld Martijn Gijsbertsen

Koen Weijland (26) werd vier keer nummer 1 van de wereld in Fifa. Als kind wilde hij profvoetballer worden bij Ajax, maar dat bleek te hoog gegrepen. “Toen ik op mijn tiende drie weken thuiszat na een fietsongeluk kreeg ik als troost een tweedehands Playstation met Fifa.” In 2010 belandde hij voor het eerst boven aan de wereldranglijst. Een serie toernooien volgde. En in 2016 kwam zijn jongensdroom alsnog uit: een contract bij Ajax, niet als voetballer, maar als e-voetballer.

Hij trainde gemiddeld vijf uur per dag. “Maar het gaat uiteindelijk minder om het aantal uren, dan wat je met die uren doet. Ik kan vijf uur Fifa spelen en geen bal beter worden, of ik kan in een uur tegen m’n beste vier concurrenten spelen en daar superveel van leren.”

Hij heeft veel avonden in de kroeg met vrienden opgeofferd. “Dat ene biertje kan de volgende dag net het verschil zijn tussen winst en verlies.” Ook slaapt hij minstens acht uur per nacht. Zo hoopt hij niet alleen beter te presteren, maar tegelijk clichés over gamers te bestrijden. Dit jaar loopt Weijland de marathon van Amsterdam om geld in te zamelen voor Stichting Only Friends. Hij vermoedt ook dat Ajax hem deels wilde omdat hij er niet uitzag als ‘een dikke nerd’ of een ‘sociaal beperkt persoon’.

Inmiddels richt hij zich op zijn YouTubekanaal en zijn carrière als e-sports-presentator voor Fox Sports. “Ik behoor niet meer tot de beste spelers. Dat is ook geen doel meer voor mij, ik ben bijna 27.”

Dion Derksen: Gamen ging er met de paplepel in

Dion Derksen Beeld Martijn Gijsbertsen

Veel ouders proberen hun kinderen achter het scherm vandaan te krijgen. Maar bij Dion Derksen (23) is gamen met de paplepel ingegoten. Toen hij tweeënhalf was, zat hij de computermuis al te besturen op schoot bij vader Rob, ook een fervent gamer. Toch was Derksen er laat bij toen hij in 2014 het schietspel CS:GO ging spelen. Maar hij leerde snel, binnen twee jaar schopte hij het tot het Nederlandse team. Sinds mei 2018 speelt hij voor het Belgische team Defusekids, waarmee hij meerdere kampioenschappen in de Benelux heeft gewonnen. Eigenlijk wil hij ook daarbuiten doorbreken. “Internationaal lukt het tot nu toe steeds net niet. We hebben nu een sportpsycholoog die ons probeert te helpen daar net wél van te maken.”

Het team krijgt een parttime salaris van Defusekids. “De meesten hebben een bijbaan. Dat maakt het moeilijk concurreren met fulltime teams.” Omdat Derksen bij zijn ouders woont in Doetinchem, kan hij fulltime spelen. En dat doet hij, 60 uur per week.

Daarnaast gaat hij veel naar de sportschool, om scherp te blijven, maar ook vanwege zijn gezondheid – op zijn achttiende, hetzelfde jaar dat hij CS:GO ontdekte, bleek hij reuma te hebben. Dat verklaarde veel. Als kind was Derksen fanatiek voetballer, maar hij moest stoppen vanwege knie- en heupblessures.

Gelukkig vond hij een nieuwe sport. En op vrijdagen gaat hij nog steeds naar De Graafschap in Doetinchem om voetbal te kijken. “Dat is mijn ontspanning.”

Om een indruk te krijgen van hoe zo’n e-sportwedstrijd eruitziet: het CS:GO-gevecht tussen de Duitsers en Portugezen dat op 17 september in de Rai werd gespeeld, is op YouTube terug te ­kijken:

Eerste helft: tinyurl.com/yxugu33j

Tweede helft: tinyurl.com/y5962ukt

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *